Het ultieme lichtplan voor musea en expositieruimte


Museumverlichting die kunst doet leven

Bij het inrichten van permanente en tijdelijke exposities in musea en expositieruimtes speelt de museumverlichting een belangrijke rol. Met museumverlichting kan de juiste context en sfeer gecreëerd worden. En ervoor zorgen dat uw bezoekers op natuurlijke wijze door de expositie bewegen en de kopstukken de aandacht krijgen die zij verdienen.

 

Bij het ontwerpen van het lichtplan kunnen echter verschillende uitgangspunten gehanteerd worden. In dit blog staan we stil bij de overwegingen die gemaakt worden bij het ontwerpen van het ultieme lichtplan voor musea en expositieruimtes.

Optimaal tonen versus bewaren

 

Bij het ontwerpen van het lichtplan kan het optimaal en helder tonen van de objecten de voornaamste doelstelling zijn. Of er kan juist een sterke overweging richting het behoud van de objecten zijn. Met name bij kwetsbare en zeer kostbare objecten is dat laatste een essentiële overweging. Om de vorm, kleur en textuur van de werken te zien is licht nodig.

Datzelfde licht kan echter schade veroorzaken aan materialen die daar gevoelig voor zijn. Zelfs als er sprake is van kleine hoeveelheden licht. Het duurt dan alleen langer voordat de schade zichtbaar is. Lichtschade is blijvend en verergert naarmate kwetsbare materialen langer aan licht blootgesteld worden. Dus is het zaak om een goede balans te vinden tussen het behoud van de werken enerzijds en het goed kunnen zien van de werken anderzijds.

Individuele stukken versus de expositie als geheel

 

Een andere overweging bij het ontwerpen van het lichtplan voor museumverlichting is of er gedacht moet worden vanuit het optimaal tonen van de individuele objecten, of juist vanuit de expositie als geheel. Is het een expositie die gekenmerkt wordt door kopstukken die als hero ingezet worden? Dan kan er gekozen worden om het lichtplan juist daarop te baseren. Maar wanneer er sprake is van een fascinerend museumgebouw of indrukwekkende expositieruimte dan kan er juist aandacht besteed worden aan de verlichting van de expositie als geheel. Waarmee de expositieruimte aantrekkelijk en uitnodigend wordt om naar de kijken. Het lichtplan leent zich er ook goed voor om door middel van licht verschillende werelden te creëren wanneer een expositie opgebouwd is uit verschillende onderwerpen of deelcollecties.

Bedoeling van de kunstenaar kracht bijzetten

Vaak wordt er bij het ontwerpen van het lichtplan gekeken naar de objecten en de expositieruimte. Maar waar laat dat de kunstenaar die het werk gemaakt heeft. Onder welke omstandigheden zijn de werken gemaakt? Hoe warm of koud, intens of zwak was het licht bijvoorbeeld toen de kunstenaar aan het werk was en de kleuren in het werk beoordeelde. Welke boodschap, intentie of gevoel wil de kunstenaar overbrengen met het werk? Wanneer daarbij stilgestaan wordt, kan het lichtplan weer een geheel nieuwe wending krijgen.

Bestaat het ultieme lichtplan wel?

Kunst is bij uitstek bedoeld om te prikkelen, om mensen aan het denken te zetten, te laten praten en discussiëren. Kijkend naar alle manieren waarop er naar kunst gekeken kan worden, zowel letterlijk als figuurlijk, komen we tot de conclusie dat dit ook voor het lichtplan geldt. Er is niet één goed antwoord. Wat voor een expositie ultiem is vanuit het ene perspectief, kan vanuit een ander perspectief juist zeer nadelig uitpakken. Laat staan voor een andere expositie. Het ontwerpen van een lichtplan voor een expositie is maatwerk en mensenwerk. Het ondersteunt het verhaal van de kunstenaar, de ruimte of van de curator. De vraag is en blijft echter, welk argument of welke insteek weegt het zwaarst. Wat het antwoord ook is, een flexibele verlichtingsoplossing werkt altijd.

texture Ramon 3